Levendig Laos

Welkom in Laos. Je wordt opgehaald door je Engelssprekende chauffeur en naar je hotel in het oude centrum gebracht. Het door bergen omringde stadje Luang Prabang bestaat al meer dan duizend jaar en ademt geschiedenis en Laotiaanse cultuur. Het staat vanwege dat bijzondere karakter sinds 1995 op de Werelderfgoedlijst.

Laos’ belangrijkste toeristische bezienswaardigheid heeft heel wat te bieden: voormalige koninklijke paleizen, ruim dertig tempels, maar ook sfeervolle historische straatjes boordevol winkeltjes en restaurants. Luang Prabang is gedrenkt in historie maar geen slaperig stadje geworden.

Je begint je ontdekkingstocht door Luang Prabang met het uitzoeken van een goede fiets. Dan ga je op weg naar het Royal Palace Museum en naar een van de mooiste gebouwen in Laos, de 16e eeuwse Xiengthong Tempel met zijn dak dat bijna tot aan de grond reikt. Je vervolgt je route naar de unieke Wat Mai en de tempel Wat Visoun met de stoepa die vanwege de vorm in de volksmond de watermeloen stoepa wordt genoemd.

Dan wordt het tijd om de stad uit te fietsen. Naar het dorp van de smeden, Ban Hat Bien en het Lao Loum dorp Ban Don Kao. Al fietsend volg je de loop van de Mekong rivier richting het weversdorp Ban Xangkhong, je bezoekt de oude stoepa van de Xienglek Tempel en klimt naar de laatste tempel van deze tour, de Wat Phonpao, prachtig gelegen op een heuvel en met een panoramisch uitzicht over Luang Prabang en omgeving.

Deze dag is ter vrije besteding. Een paar suggesties. Dierenliefhebbers kunnen een trip naar Elephant Village overwegen of een bezoek aan een van de dierenparken in de buurt van Luang Prabang brengen.

Of is het een mooie dag om te genieten van de Kuang Si watervallen en de vlindertuin? Loop de fraaie tuin in om vlinders te ontdekken. Klim daarna naar het hoogste punt van de waterval. En voor de avond is er nog zo’n mooi uitzichtpunt: Mount Phousi. Het zijn 355 treden naar boven, maar eenmaal aangekomen bij de Chomsi Tempel is het uitzicht al die moeite waard.

Het wordt vroeg dag, vandaag ga je richting het zuiden. Vang Vieng, een van de mooiste natuurgebieden in Laos, is je doel. Je zult dan ook regelmatig stoppen om foto’s te kunnen maken en het adembenemende uitzicht goed op je in te laten werken. De weg naar Vang Vieng is kronkelig en leidt door de bergen. Je bezoekt Ban KiuKarm Pome, een Khmu dorp en stopt bij Phou PhiengFa, dat een van de mooiste panorama’s in Laos biedt.

Na de lunch (niet inclusief) ga je naar het Hmong dorp Ban HinNgon. Voordat je Vang Vieng bereikt leg je nog aan bij de geweldige kalkstenen rotsformaties van Phatang Mountain. Aan het eind van de middag kom je aan bij ons hotel.

De Tham Jang grotten hebben hun bekendheid te danken aan het prachtige uitzicht over de Nam Song rivier en de kalkstenen omgeving. Het is je eerste stop op weg naar Vientiane. Er is genoeg te zien onderweg. Je kijkt in het kleine dorp Tha Heua, waar overal de gedroogde vis voor de huizen hangt en bij Nam Ngum, een pittoreske locatie die erg populair is bij de Laotianen omdat het zich goed leent voor een dagtrip vanuit de hoofdstad.

Na de lunch volgt een bezoek aan Ban Keun, een begrip vanwege de zoutmijnen. Hier valt goed te zien hoe veel Laotianen dagelijks hun brood verdienen. Voordat je het hotel in Vientiane opzoekt, is er nog de uitdagende insectenmarkt van Don Makai. De meer avontuurlijke ingestelde reiziger kan hier uiteraard heerlijke snacks proberen. Maar alleen kijken mag ook!

Maak kennis met Vientiane, de stad op de linkeroever van de Mekong, de hoofdstad en grootste stad van Laos. Op deze halve dag tour bezoek je allereerst de oudste tempel van Vientiane, Wat Si Saket. Een bezoek aan Vientiane is pas echt geslaagd als je van het uitzicht op het Patuxai Monument hebt genoten. Deze triomfboog herinnert aan oorlogsslachtoffers en is uitgegroeid tot het iconische beeld van de stad.

Het belangrijkste religieuze gebouw staat hierna op de agenda: de Gouden Stoepa van That Luang, oorspronkelijk gebouwd om een kleinere stoepa met een stukje van het borstbeen van Boeddha te verbergen. Het laatste bezoek breng je aan het Cope Tentoonstellingscentrum, dat de gevolgen van de bombardementen op Laos tijdens de Vietnam-oorlog weergeeft.

Route 13 leidt ons vandaag verder naar het zuiden, naar de provincie Khammoune, die haar naam (“het blije goud”) te danken heeft aan het goud dat er lang geleden werd gevonden. De eerste stop is bij de 15e eeuwse Prabaht Ponsan Stoepa waar volgens de legende Boeddha ooit de Mekong rivier overstak en een voetstap achterliet.

Later maak je een wandeling over de Hmong markt in het dorpje Baan Ton Na Mae. De traditionele en qua kleding kleurrijke Hmong wonen in Laos, Thailand en China. Langzaam verandert het landschap waardoor je reist. Het wordt bergachtiger en ruwer. Dat is mooi te zien aan het “kalkstenen bos”, een fraai uitzicht vanaf Khoun Kham, een echt fotomoment.

Ben je al eens met een boot een grot ingevaren? Dat gaat vandaag gebeuren. Je gaat naar Kong Lor Village waar je op de boot stapt en op weg gaat naar de beroemde grotten van Kong Lor. Ze zijn maar liefst zeven kilometer lang en op sommige plaatsen zo’n honderd meter hoog. In de grot ligt een “meertje” dat een heldere blauwe kleur uitstraalt. Je kan op eigen gelegenheid rondlopen in een adembenemende stalagmieten galerij. Aan de andere kant van de grot maak je een korte wandeling naar het afgelegen dorpje Ban Pon Ngam waar tabaksbladeren worden gedroogd.

Per boot ga je terug door de grot en daarna per auto naar Thahkek, het eindpunt van deze dag. Je komt in de namiddag aan, dus er is nog alle tijd om eens rustig langs de rivier te wandelen en de zon over de Mekong rivier onder te zien gaan.

In 2004 zag Boun Nong vlak bij zijn dorp vleermuizen uit een spelonk in de rotsen komen. Hij klom omhoog om te kijken of hij die vleermuizen kon vangen en ontdekte tot zijn verbazing een groot Boeddhabeeld. En dat bleek niet het enige. In de Tham Pa Fa of Boeddha Grot, staan 229 bronzen Boeddhabeelden waarvan enkele meer dan 300 jaar oud zijn. De grot zelf is niet alleen de moeite waard, dat geldt ook voor het uitzicht vanaf de kalkstenen klif waar de grot zich bevindt.

Iets zuidelijker ligt Savannakhet. Het is nadrukkelijk Laos maar veel architectuur is nog Frans, een overblijfsel van de Indochinese bezetting. Naast het French Quarter is ook de heilige That Inhang Stoepa de moeite waard. Op weg naar Tad Lo kijk je nog bij de Soundra Salt Factory hoe lokaal zout wordt gewonnen. In de late middag kom je aan in Tad Lo, waar nog alle tijd is om te genieten van de waterval.

Vandaag reis je van Tad Lo naar het historische stadje Champasak, een afwisselende dag waarin je veel verschillende indrukken op zult doen. Je doorkruist het fraaie Bolaven Plateau, dat hoog boven de Mekong Vallei ligt. Bolaven is vooral geliefd omdat het een prettig koel klimaat heeft. Je stopt hier bij een Alak dorpje, een traditionele gemeenschap met vaak maar tien tot zestig huisjes. De dorpjes hebben meestal een sjamaan die zieken helpt en de toekomst voorspelt.

Ook het filantropische Jhai Coffee House vereer je met een bezoek. Het idee achter deze instelling is de koffie rechtstreeks bij de bron te kopen en de opbrengsten weer te investeren bij de koffieboeren. Later op deze dag kan je een vers kopje koffie of thee proberen. Ook ga je naar de Tad Fan ‘tweeling’ watervallen.

Het begint vandaag vroeg, even doorbijten, maar het loont de moeite. Rond 5 uur ’s ochtends vertrek je naar het eeuwenoude Khmer tempelcomplex Wat Phou, letterlijk ‘tempel op de berg’. Je gaat vroeg zodat je de zon kan zien opkomen! De oudste nederzettingen van Wat Phou zijn uit de 5e eeuw en behoren daardoor tot een van de oudste tempels in Laos, ouder dan Angkor Wat. Veel van de latere gebouwen stammen uit de 11e tot 13e eeuw. In deze periode nam hier de boeddhistische visie het langzaam over van het oudere Hindoeïsme. Deze invloed is nog te herkennen in sculpturen van Indra, de Hindoe god van oorlog, storm en regenval, op zijn driekoppige olifant. Rond 8u ben je terug voor het ontbijt.

De dag is mooi begonnen maar heeft nog meer in petto. Je gaat naar Ban Hatsaikhone om een boot naar de 4000 Eilandente nemen, “Siphandon”. Een sprookjesachtige omgeving geschapen door de “Moeder aller rivieren” de Mekong. De rivier is hier op zijn breedst, tijdens het regenseizoen wel zo’n 12 kilometer. Als het water zich terugtrekt ontstaan er overal kleine eilandjes, letterlijk duizenden. Vandaar de naam. Op het kleine Don Khone eiland stap je op de fiets en volg de route langs een oude verlaten spoorweg. Je frist lekker op bij de prachtige Liphi waterval.

In het laatste deel van deze dag hopen we dat moeder natuur ons een handje helpt. Als je geluk hebt zien je, in het deel van de Mekong dat je bezoekt, dolfijnen.